Franeker

Tuinonderhoud

Tuinonderhoud

Zaaien maar! Katja’s handige zaaitips

Heerlijk, zo’n nieuwe tuin om in te klussen, maar het is nog wel een beetje kaal. Daar gaat Katja verandering in brengen: ze zaait eenjarigen en deelt flink wat handige tips!

Als je een nieuwe tuin hebt, wil je gelijk het eerste jaar al effect zien. Het zaaien van eenjarigen geeft een heleboel voorpret en later brengen die uitbundige bloeiers veel kleur en fleur in je tuin. Bovendien trekken ze insecten (nectar, stuifmeel, schuilplaats) en later vogels (zaden) aan. Ook voor de moestuin wil ik van alles zaaien. Zaaien kun je binnen of buiten doen, en er zijn allerlei handigheidjes voor. Hier een paar tips die ik graag met je deel.'

Katja's zaaitips. Met het Groei & Bloei Tienpuntenplan voor klimaatvriendelijk tuinieren onder de arm gaat groenjournalist en tuinboekenschrijver Katja Staring van haar nieuwe saaie tuin een plek vol leven maken. Hoe ze dat aanpakt en waar ze tegenaan loopt, kun je dit jaar volgen, in het magazine, online en op de socials. 

 

 

 

Compost

Wormenmest

In de natuur worden alle gevallen bladeren en plantresten gerecycled. Dit kan ook in je eigen tuin door het tuinafval en ongekookt plantaardig keukenafval te composteren. De verhouding is ongeveer 60% bruin (afgestorven materiaal zoals herfstbladeren) en 40% groen (vers ongekookt GFT afval). Wat water (niet te veel) en een portie geduld levert je na een jaar prachtige gratis voeding voor de grond. Wormen toevoegen versnelt het proces en geeft je compost nog meer voedingswaarde: wormenmest is namelijk enorm goed voor de bodem.

Maak je eigen compost

Compost is onmisbaar voor de tuin. Compost is, net als speciale compostvaten, kanten-klaar te koop. Zelf compost maken in een eigengemaakte compostbak is veel goedkoper en beter voor het milieu. Je kunt volstaan met het op een hoop gooien van tuin- en keukenafval, maar het staat netter om er een specialevoorziening voor te treffen. Hieronder geven we tips voor het succesvol composteren van je tuinafval:

  • Voor resultaat moet de bak minimaal 1 m³ zijn.
  • Kies een plek in de halfschaduw
  • Zorg dat je werktruimte hebt om de composthoop om te zetten, dat wil zeggen: alles ondersteboven keren
  • Zorg dat de afvalresten fijn genoeg zijn gemaakt en je een goede mix hebt van groen (groen snoeiafval) en 'bruin' (versnipperde takken en twijgen)
  • De composthoop werkt het beste als hij enigszins vochtig en warm blijft.

Ruim eens wat minder op

Het hoeft niet overal altijd netjes: rommelhoekjes zijn geweldige plekken voor insecten en kleine dieren om te schuilen en nestjes te bouwen Laat een hoekje in de tuin verwilderen, de diversiteit zal je verbazen Onkruid bestaat niet, wel staan sommige planten misschien niet op de juiste plek of zijn er te veel van. Plaatselijk bijsturen is dus wel handig.

Bij het kiezen van planten voor dieren moet je rekening houden met de plek. Zit je vlakbij een bos, de duinen of een natuurgebied? Dan heeft het zeker zin om inheemse plantensoorten uit je eigen streek een plek te geven in de tuin. Zelfs zeldzame dieren kun je dan hun favoriete maaltje aanbieden. Maar midden in de stad kun je de plantenkeus beter richten op de dieren die daar ook werkelijk voorkomen, bijvoorbeeld zangvogels, egels en bestuivende insecten. Dieren in de stad trekken zich meestal weinig aan van drukte en zijn weinig kieskeurig. Bij vlinders heeft men het dan over “kroeglopers”. Witjes, dagpauwogen en kleine vossen bijvoorbeeld, komen graag naar een tuin met een vlinderstruik (Buddleja) voor een hapje ‘Chinees’ eten.

Een strak gazon in de tuin is voor de één een lust voor het oog, voor de ander een bron van werk om het vrij van mos en onkruid te houden. Hebben grasvelden hun langste tijd gehad?

Bloemenwei

Heeft het traditionele gazon zijn langste tijd gehad? Het begint er wel op te lijken. Steeds meer grasveldjes worden omgetoverd in een wei vol bloeiende vaste planten. Zo’n bloemenwei heeft grote voordelen: in een wei hoef je niet te wieden, en ook van moldshopen en slakkenvraat heb je geen last. Die molshopen hebben zelfs nut: ze zorgen voor een kaal stukje grond waarop je planten kunt uitzaaien zodat die daar zonder concurrentie van het gras kunnen ontkiemen. Zo ontkiemt de morgenster bij voorkeur in molshopen.
Het is gemakkelijk gezegd: breng de grasmaaier naar de kringloop en laat het gras maar groeien. Maar ten eerste zul je toch paadjes door je wei moeten maaien om van de wilde bloemenopracht te genieten zonder die plat te trappen, en ten tweede verloopt de transitie van gazon naar wei niet altijd naar wens. 

Grond verarmen

Zeker als je dat gazon jarenlang hebt vertroeteld met compost en kunstmestkorrels is de grond zo voedzaam dat je, als je ophoudt met maaien, al snel tegen een jungle van brandnetels, distels, ridderzuring aankijkt. Dat is niet waar je van droomde.
Het maken van een bloemenwei berust juist op het omgekeerde principe: je moet de zaak zo veel mogelijk verarmen. Pas als het gras daardoor aan groeikracht verliest ontstaat er ruimte voor bloeiende vaste planten. Hoe verarm je? Door het gras te maaien en het maaisel af te voeren.
Op rijke grond, zoals kleigrond, duurt dat verarmen langer dan op zand. Op klei zul je in het begin toch wel zes keer per jaar moeten maaien om weelderig groeiende grassen als witbol terug te dringen. Beperk je in dat geval in het begin tot bolgewassen die vroeg bloeien en zich in mei al hebben uitgezaaid. Geleidelijk kun je de teugels laten vieren. Ieder jaar kun je wat later gaan maaien en tegen de tijd dat je pas eind juni maait kun je weideplanten als margrieten, veldsalie en beemdooievaarsbek planten. Dit zijn planten die van nature in grasland groeien en die dus op maaien zijn ingesteld.